2021 in vogelvlucht
"Toen we vorig jaar de balans van 2020 opmaakten, stond corona bovenaan de lijst van meest impactvolle gebeurtenissen. Maar als je me vraagt wat me het meest bijbleef aan het afgelopen jaar, denk ik toch aan andere dingen. Dat neemt niet weg dat de pandemie ook in 2021 een forse stempel drukte op het werk. Ik ben trots op de collega’s, want samen is het gelukt om veel van onze doelstellingen toch te halen.
Terugkijkend op 2021 houdt bijvoorbeeld de leefbaarheid in onze wijken mij erg bezig. Want deze staat behoorlijk onder druk. Steeds meer wijkbewoners verkeren in een kwetsbare positie, bijvoorbeeld vanwege (een combinatie van) geldproblemen of een zorgbehoefte. Een tweede bron van zorg is het gigantische gebrek aan goede, betaalbare woningen – en dan vooral het tempo waarmee wij die moeten zien te realiseren. We willen niets liever dan bouwen, bouwen, bouwen, maar het gebrek aan beschikbare locaties en de duur van de wettelijke procedures beperken ons daarin.
Hoewel de uitdagingen groot en urgent zijn, stemt de energie in de stad mij hoopvol. Dankzij het gevoel van urgentie waarvan vele partners zijn doordrongen, is het ons gelukt om met elkaar een maatschappelijke agenda voor de stad op te stellen. Hierin beschrijven 40 professionals wat er nodig is om ervoor te zorgen dat iedereen kan meedoen, in de breedste zin van het woord: van inkomen, wonen, vrije tijd en zorg tot onderwijs, sociale voorzieningen en nog veel meer.
Nu duidelijk is wat ’s-Hertogenbosch nodig heeft, kunnen wij ons aandeel daarin gaan vormgeven. Dat legden we afgelopen jaar vast in ons nieuwe ondernemingsplan. Ik ben trots op dit proces én het resultaat, want we bouwen nu met vele partners samen aan hetzelfde ideaalplaatje voor de stad. We merken hoe waardevol het is om lopende initiatieven te verbinden, daardoor kunnen we veel meer betekenen.
Onze belangrijkste taak is het zorgen voor meer goede en betaalbare woningen. Het hebben van een comfortabel huis dat past bij het inkomen, geeft mensen rust. Daardoor worden ze minder snel ziek, hebben ze minder zorg en ondersteuning nodig, kunnen ze bouwen aan een betere toekomst én zijn ze prettigere buren – zie daar onze rol in het grotere geheel. We hebben besloten extra vaart te maken met het verduurzamen van onze woningen: in 2030 moet onze volledige voorraad zijn aangepakt. Dat is een stevige ambitie, maar het effect reikt ver. Het is de investering meer dan waard.
Als het gaat om tempo maken bij het bouwen van nieuwe woningen, is er ook reden tot optimisme. Afgelopen jaar leverden we ruim 100 nieuwe woningen op en in 2022 zijn het er bijna 500; zo’n hoog aantal hebben we nog nooit gerealiseerd. De reden dat ons dit lukt, is dat we steeds beter in staat zijn om out-of-the-box te denken. Neem de flexwoningen die we op verschillende plekken in de stad hebben neergezet: met deze prefab units op tijdelijke locaties voegen we binnen enkele maanden meer woningen toe. Veel sneller dan bij reguliere nieuwbouw.
Als we meer woningen aan een wijk willen toevoegen, betekent dat soms ook dat het beter is om een aantal verouderde woningen te slopen. In De Haren gingen we hierover afgelopen jaar met bewoners in gesprek. Ik vind het bewonderenswaardig dat huurders in staat zijn om te zeggen: ik ga akkoord met de sloop van mijn woning. Evengoed respecteer ik het volledig als huurders besluiten om niet mee te doen, want het is niet niks, wat we van ze vragen. In de komende jaren willen we vaker gebiedsgericht gaan werken, zoals we nu in De Haren doen. Door te kijken naar de (woon)behoeftes van een heel gebied, kunnen we wijken versterken en de verschillen tussen gebieden in de stad verkleinen.
Aantallen zijn voor ons dus niet zaligmakend, hoe groot de woningnood ook is. Wij kiezen voor kwalitatief goede oplossingen waar de huurders en de wijken duurzaam beter van worden. Dat zie je terug in de keuzes die we maken bij het aanschaffen, plaatsen en toewijzen van flexwoningen, maar bijvoorbeeld ook in de extra variatie die we in ons woningaanbod aanbrengen.
Zo werkten we voor de Noordoosthoek afgelopen jaar een concept uit voor woongemeenschappen, waar zo'n 20 à 30 huishoudens actief met elkaar samenleven. Deze manier van wonen heeft beslist een positief effect op de leefbaarheid in de wijk. Om hun woonplezier te vergroten, geven we deze woongroepen bovendien meer keuzemogelijkheden in de bouwplannen: moet er bijvoorbeeld een grote gemeenschappelijke ruimte komen, of liever een grote tuin? Dat we huurders hierin meer ruimte kunnen geven, vind ik geweldig.
2022 wordt het jaar waarin we deze plannen in de praktijk gaan brengen, een inspirerende en vernieuwende exercitie. Daarnaast ben ik zeer blij met de afschaffing van de verhuurderheffing. Het geeft ons veel meer ruimte om te doen waartoe wij op aarde zijn. Ook de nieuwe minister voor Volkshuisvesting is zeer welkom: regie vanuit het Rijk is nodig om tempo te kunnen maken. Ik complimenteer ook onze gemeente met de doortastende rol die zij steeds nadrukkelijker speelt. Dat zij tegenwoordig bij alle commerciële bouwprojecten afdwingt dat er ook sociale huurwoningen worden opgenomen, helpt onze doelgroep enorm.
Doordat alle partners in onze stad weten wat hun rol in het grotere geheel is, slagen we er steeds beter in samen om dingen voor elkaar te krijgen. Ik voel bij iedereen de intrinsieke wil om iets te betekenen voor onze inwoners. Door meer mensen een stabiele (thuis)basis te geven, voegen we waarde toe. En dat is dus precies de bedoeling."